Children at school

Basisschool kinderen hebben gedurende de ‘shutdown’ weinig tot geen leerprogressie gemaakt, aldus nieuw onderzoek van de University of Oxford. Op basis van toetsresultaten voor en na de shutdown blijkt dat zelfs in Nederland, waar online leer-materiaal relatief gebruikelijk is, thuisleren weinig effectief is geweest.

Vergeleken met voorgaande jaren hebben basisschool leerlingen ongeveer een vijfde minder progressie gemaakt in de acht weken durende shutdown dan in andere jaren. De leerachterstand van 20% komt overeen met de effectieve tijd die leerlingen vanuit huis hebben moeten leren. Ook bleek uit het onderzoek dat leerachterstanden groter waren onder leerlingen van relatief lager opgeleide ouders.

Onderzoekers Per Engzell, Arun Frey en Mark Verhagen noemen de bevindingen ‘verontrustend’. Leerlingen verloren bijna 20% aan verwachte progressie wat overeen komt met de relatieve duur van de shutdown. Dr Per Engzell voegt toe: ‘Dit betekent in feite dat leerlingen weinig tot geen progressie hebben gemaakt tijdens thuisscholing’. Engzell waarschuwt: ‘Dat achterstanden nog groter zijn onder kinderen waarvan de ouders lager zijn opgeleid laat ook zien dat niet ieder kind gelijk getroffen is.’ Het onderzoek toont aan dat kinderen met lager opgeleide ouders tot 50% minder progressie boekten dan andere kinderen dit jaar vergeleken met de progressive in voorgaande jaren.

 

Arun Frey voegt hieraan toe: ‘Deze resultaten bevestigen veel van de angsten die onderwijzers en beleidsmakers hadden gedurende de eerste shutdown, maar het is met name verontrustend dat kinderen zulke achterstanden op lopen in een land als Nederland, waar zeer goede faciliteiten voor online learning aanwezig zijn en de regering snel reageerde om kinderen zonder digitale toegang te assisteren’.

Dat Nederland gekozen is als onderzoeksland heeft te maken met de tweejaarlijkse toetsen die leerlingen doen halverwege en aan het eind van het jaar. Hierdoor is het mogelijk om de daadwerkelijke progressie van leerlingen te volgen en te vergelijken met voorgaande jaren. De onderzoekers noemen het land een ‘best-case scenario’ om het effect van school shutdowns te onderzoeken, aangezien Nederland bovenaan internationale ranglijsten staat van internetdekking en de school shutdown relatief kort was vergeleken met andere landen. De auteurs noemen de resultaten dan ook een waarschuwing voor landen die minder goed voorbereid zijn op thuisscholing.

Het is momenteel nog onduidelijk in hoeverre deze leerachterstanden weer ingehaald gaan worden. Mark Verhagen legt uit: ‘Alleen de tijd zal ons leren of deze achterstanden makkelijk gedicht worden, en of de ongelijkheid in achterstanden ook evenredig ingehaald wordt. Wat we in ieder geval weten uit bestaand onderzoek is dat kleine achterstanden kunnen leiden tot steeds grotere achterstanden als er geen gerichte interventies plaatsvinden. Het is aan ons als samenleving om ervoor te zorgen dat we er alles aan doen om deze generatie leerlingen dezelfde kansen te geven als anderen.’

In Nederland en veel Europese landen hebben regeringen ervoor gekozen om scholen open te laten, terwijl andere faciliteiten gesloten zijn. Er zijn echter ook veel landen waar scholen dicht blijven en financiele steunpakketten vooral op de economie gericht zijn en onderwijs minder centraal staat. De bevindingen van dit onderzoek tonen echer aan dat het verlies binnen het onderwijs niet onderschat kan worden. Zeker nu nieuwe maatregelen steeds actiever overwogen worden verwachten de onderzoekers dat deze resultaten belangrijke input zullen bieden voor beleidsmakers wereldwijd.

Het onderzoek “Learning Inequality During the Covid-19 Pandemic” is uitgevoerd door Per Engzell, Arun Frey, en Mark Verhagen en is online beschikbaar: https://osf.io/preprints/socarxiv/ve4z7

De huidige versie van het onderzoek is nog niet peer-reviewed.

Contactgegevens:

Mark Verhagen